Vandaag breng ik je deel 3 van mijn miniserie  over superfoods die je vandaag nog aan het eten van je hond kunt toevoegen, of je nu brokken, blik, gekookt, rauw of een combinatie daarvan voert.  Elk van de voedingsmiddelen waarover ik schrijf heeft bijzondere eigenschappen die kunnen bijdragen aan een betere gezondheid en een langer leven.

Maar eerst: hoewel alle voedingsmiddelen die ik beschrijf geschikt zijn voor honden in het algemeen, is elke hond een individu – niet elke hond kan extra toevoegingen aan het dieet verdragen. Mijn advies is om extra voorzichtig te zijn als de hond bekende allergieën heeft (overleg met je dierenarts is altijd een goed idee) en nieuwe voedingsmiddelen langzaam en in kleine hoeveelheden te introduceren. Noteer wat, hoeveel en wanneer je nieuwe dingen geeft, zodat mogelijke bijwerkingen correct kunnen worden geïnterpreteerd.

Superfood: bosbessen (en andere bessen)

Bosbessen worden beschouwd als het fruit met de meeste antioxidanten. Hoewel er ook een aantal exotische bessen en fruitsoorten zijn die hoog scoren, zijn bosbessen hier in Nederland makkelijk voorhanden.

De donkere kleur is een teken van de grote concentratie aan anthocyanen, en dat zijn de stoffen die we heel graag willen hebben. Daarnaast zitten er nog een heel scala aan antioxidanten en ontstekingsremmende stoffen. Van studies bij mensen weten we dat bosbessen een mogelijk beschermend effect tegen dementie hebben. Andere inheemse fruitsoorten met dezelfde donkere kleur zijn bramen en zwarte bessen.

Veel honden vinden bosbessen lekker en eten ze spontaan uit de hand. Bramen vind je in de zomer veel in het wild, en het is geen uitzondering als honden ze zelf van de struiken plukken.

Overigens hebben alle fruitsoorten gezondheidsvoordelen, ze hebben allemaal hun eigen unieke bijdrage. Hoewel de donkere bessen de koplopers zijn, mogen alle fruitsoorten in principe gegeven worden. Honden hebben wel vaak duidelijke voorkeuren. Er zijn honden die bij voorbeeld dol zijn op mandarijnen en sinaasappels, anderen moeten er niets van hebben. Probeer het uit, bied je hond een stukje aan en kijk wat er gebeurt.

Voor kersen geldt: het vruchtvlees is prima, maar in de pit zitten giftige stoffen. Dus als je je hond kersen geeft, haal de pit er dan eerst uit.

Er wordt ook vaak gewaarschuwd voor appelpitten, die zouden giftig zijn. Maar hoewel er sporen van het giftige cyanide in zitten, zou een hond honderden pitjes tegelijk op moeten eten voor het misschien gevaarlijk zou zijn. De paar pitjes in een appelklokhuis zijn geen enkel probleem.

De enige fruitsoort die NIET gegeven mag worden zijn druiven (en dus ook geen rozijnen en krenten, dat zijn gedroogde druiven). Het eten van druiven kan ernstige nierproblemen veroorzaken. 

Tip: koop bosbessen , frambozen, bramen en kersen diepgevroren. Voordeliger dan vers, en de honden maakt het niet uit. Je kunt ze zowel bevroren als ontdooid geven (ze ontdooien heel snel op het aanrecht), probeer maar wat je hond het lekkerste vindt!

Je kunt gerust dagelijks fruit geven. Voor een hond van 25-30 kilo is een eetlepel bosbessen per dag bijvoorbeeld helemaal goed.